Voordat mensen er om geven hoeveel je weet,
willen ze eerst weten hoeveel je om ze geeft
Samen lachen

We leven in een periode van zeer snelle veranderingen. En we worstelen met uit de hand gelopen systemen die uit goede bedoelingen zijn ontstaan maar niet meer voldoen aan de eisen van de 21ste eeuw.

‘De paradigma’s en middelen die succesvol waren in de vorige eeuw zijn niet meer geschikt om ongelimiteerd te hanteren. Vooral jongeren zijn zich hier al van bewust en gedragen zich er steeds meer naar. Anderzijds voelen talloze mensen zich beklemd tussen de ‘nieuwe manier van werken’ en de ‘oude vereisten’ die ze nog ondervinden van de zijde van hun toezichthouders, hun aandeelhouders, hun directe bazen en de heersende procedures en protocollen: ze worstelen enerzijds met de loyaliteit aan zichzelf en hun eigen idealen, en anderzijds met de loyaliteit aan hun organisatie.’

Integere cultuur
‘De tijd is bovendien voorbij dat we geen rekening meer hoeven te houden met "de ander". Door de zo sterk toenemende onderlinge verbondenheid en relaties van mensen en systemen op deze planeet wordt in de 21ste eeuw het woord 'eigenbelang' steeds meer synoniem met ‘ons aller belang’. Na een lange (Europees-Amerikaanse) cultuurperiode die gekenmerkt werd door differentiatie en scheiding op allerlei vlak, maakt de wereld nu weer een slingerbeweging terug naar een cultuurperiode van "heling" en integratie, naar een integrale, "integere" cultuur. Volgens mij is deze slingerbeweging fundamenteel, alomvattend en in essentie ook onvermijdelijk.’

Innerlijke kracht
‘Voor velen is de zekerheid van het instituut kerk weggevallen. Dit alles heeft een diepere implicatie: innerlijke rust en zekerheid zijn immers nodig om een ander zonder gevoelens van weerstand tegemoet te treden, niet te schrikken en in de verdediging te schieten als iemand iets anders gelooft of zegt dan we gewend zijn. Wie niet innerlijk zeker is en geen innerlijke bron heeft waaruit hij put, kan niet steunen op de eigen innerlijke kracht en heeft dus andere (machts)middelen nodig om zich staande te houden.’

Fundamentalisme
‘Hoe groter de innerlijke onzekerheid, des te meer vastigheid zoekt een mens in uiterlijke vormen (procedures en protocollen!), in fysieke macht, of in ideologische starheid. Elke afwijkende gedachte (om nog maar te zwijgen van een andere cultuur of godsdienst) roept bij voorbaat onzekerheid en angst op. Die angst vertaalt zich in een panisch om zich heen slaan en een verdere verschansing in het eigen bastion van zekerheid en fundamentalisme. Die onzekerheid en angst worden uiteindelijk omgezet in agressie tegenover andere, als bedreigend ervaren denkwerelden. Als we vol onbegrip voor de oorzaken van het fundamentalisme alleen maar hard en agressief reageren, jagen we de onzekere mens nog meer in zijn gewapende harnas, met alle gevolgen van dien.’

‘Waarmee ik overigens geenszins wil zeggen dat de maatschappij geen duidelijke grenzen moet stellen aan de uitwassen van fundamentalisme die we nu regelmatig tegenkomen! Godsdienstvrijheid, ja; maar fanatieke uitsluiting, onderdrukking of zelfs geweld tegen andersdenkenden, nee!’

'Vrijheid van meningsuiting is essentieel in onze maatschappij, maar we moeten er voor waken dat dit niet ontaardt in vrijheid van schoffering.'

De toekomst zeker stellen
‘Wij moeten ons focussen op de totstandkoming van het 'nieuwe'. Want als we doorgaan op de bestaande 'oude' weg en niet zorgen voor een goede verdeling van de mondiale economie (lees: werkgelegenheid), dan krijgen onze kinderen en kleinkinderen te maken met steeds grotere, schier onbeheersbare vluchtelingenstromen naar ontwikkelde landen, gepaard aan een verpaupering van de binnensteden, toenemende lokale agressiviteit, en wereldwijd oplaaiende conflicthaarden. Als we aan de andere kant de mondiale ecologie niet als goede beheerders bewaken en de aarde letterlijk blijven uitputten, krijgen diezelfde kinderen en kleinkinderen ook nog eens te maken met toenemende regionale en zelfs internationale conflicten om water, grondstoffen en energie. Bovendien zal onze soort het dan simpelweg niet overleven. Helaas zien we dit op onderdelen toch gebeuren.’

Menselijk talent
‘Steeds meer raak ik ervan overtuigd dat we daarom in onze bedrijven, instellingen, ziekenhuizen en ministeries, maar ook in de samenleving als geheel, meer moeten inspelen op een groeiende behoefte aan een ander leiderschap dat beter past bij de eisen van de 21ste eeuw. En dat we in onze organisaties en instellingen niet zozeer moeten streven naar een 'goede strategie', maar veel meer naar 'zingeving' en een 'integere cultuur'. Die zullen in de 21e eeuw essentieel blijken te zijn voor de winstgevendheid en dus continuïteit van onze organisaties en maatschappelijke instellingen. Anders verliezen ze de nieuwe concurrentiestrijd, namelijk de strijd om het aantrekken en behouden van menselijk talent.’